Peper is een kruid dat je in erg veel gerechten kunt gebruiken voor wat meer pit. Er bestaan veel peper (“piper”) soorten. De soorten waarover je op deze pagina meer informatie vindt zijn: staartpeper, lange peper, betelpeper, daun kadok (wilde betel), groene, witte en zwarte peper.
Stevige stengels, witte bloemaren en groene tot donkerrode vruchten. Groeien in trosjes.
Lees hieronder meer over de verschillende pepersoorten.
Zwarte, groene en witte peper zijn allemaal afkomstig van de bessen van Piper nigrum, de “gewone” peper. Men oogst ze in verschillende stadia van rijpheid en bewerkt ze op verschillende manieren. Witte peper is een peperkorrel zonder buitenvliesje. Deze smaakt wat scherper dan zwarte peper. Bij zwarte peperkorrels zit en nog een vliesje om heen. Groene peperkorrels kun je ingemaakt kopen. Deze smaken fris, peperachtig, maar minder scherp dan de gedroogde korrels.
Peperkorrels kun je ook in gemalen vorm verkrijgen. Het past in bijna alle gerechten. De korrels kun je in het geheel in stoofpotten of marinades gebruiken. Verder kun je de hele korrels malen in een pepermolen (of in gemalen vorm kopen). Groene ingemaakte korrels gebruik je vooral voor het maken van sauzen, maar ook wel door gerechten. Zwarte peper is vaak standaard onderdeel van het kruidenmengsel kerrie en witte peper van de kruidenmix speculaaskruiden.
Piper cubeba, staartpeper, smaakt naar piment. Dit wordt gebruikt in Aziatische gerechten, bijvoorbeeld in de Indonesische keuken in rijstgerechten en curries. Wel met mate gebruiken, anders wordt het gerecht snel bitter.
Men oogst de vruchten van Piper longum, lange peper, wanneer ze groen zijn en droogt ze. Deze soortsmaakt zoeter dan zwarte peper en wordt in Aziatische gerechten gebruikt.
Betelblad is afkomstig van de betelpeperplant, Piper betle. Deze plant staat bekend om het kauwen van het blad met betelnoten (afkomstig van de betelpalm). Dit is een gebruik in het Verre Oosten. Het blad heeft vele positieve (medische) eigenschappen. Het wordt gebruikt als opwekkend middel.
Piper sarmentosum wordt ook wel wilde betelplant genoemd. In Maleisië heet deze plant Daun kadok. Het blad wordt vers of geblancheerd gegeten. Zo eet men het bijvoorbeeld in Laos in salades. Het wortel, blad en de vrucht van deze plant zijn geneeskrachtig.
Bekijk alle recepten met peper.
Nog geen recepten beschikbaar.